Op onze site publiceren we elk kwartaal de screeningresultaten van ondertussen bijna 1000 fondsen, trackers en zelfs holdings. In vele artikels wordt er verwezen naar die screenings. Zoals meermaals gebeurt, kwam ik eigenlijk toevallig uit op dit systeem.
Zowel bij de verzekeringsmaatschappij als daarna bij een bank was ik een radertje in de verkoop van die producten. Daardoor kon ik beschikken over heel wat uitleg en info van de analisten en collega’s als van de sales-managers van de fondsenhuizen die hun fondsen “in the picture” kwamen zetten.
Langzaam aan begon ik zelf aan de opbouw van een portefeuille. Met de nadruk op langzaam want ik ben zeker niet rijk en heb zodoende een hekel aan geld verliezen. Eigenlijk een Belg zoals er velen zijn.
Mits al die info uit de eerste hand waren mijn resultaten niet zo denderend. Als we aan al die “adviseurs” zouden vragen om hun eigen persoonlijke portefeuille eens op tafel te leggen, dan ben ik er quasi zeker van dat velen van die vlotte praters een toontje lager zouden zingen. De vertwijfeling zou toeslaan…
Daarom begon ik van een aantal fondsen de NIW te registreren: eerst dagelijks, maar om practische redenen al snel om de 14 dagen. Wat bij mij vooral verbazing opwekt, is het feit dat vele fondsenuitgevers deze historieken als het ware verstoppen of het eerder onmogelijk maken om ze terug te vinden. Ik begrijp dat sommige instellingen daar ook weer geld uitkloppen maar ik begrijp niet dat fondsenuitgevers die eenheidsprijzen niet open en bloot publiceren. Wat hebben ze te verstoppen ? Mag de waarheid niet gezien worden ?
Eens je zowat reeksen NIW’s in bezit hebt, kan je allerlei berekeningen en grafieken gaan samenstellen. Daarmee kwam ik niet verder en moest bijna gaan geloven dat je met die cijfers uit het verleden niets kan aanvangen.
Ondertussen, na de crash van 2000 en 2008 kwam ik op het idee om gaan te kijken hoe de fondsen zich door deze crisissen manoeuvreerden. Ik nam als startdatum een moment voor de klap en ging nakijken welke fondsen er kort daarna weer hersteld waren. Ging dat snel, lukte dat helemaal niet…
Het Eureka-moment ! :
Ik liet aan mijn mentor zulke lijstjes zien en die gaf mij als antwoord: “als je mij zegt wanneer je start, dan zeg ik jou welke fondsen er op de eerste plaats komen.“
Ik kwam alzo tot de vaststelling dat ik van die momentopnames, van die data, moest afgeraken.
Toen begon ik bij elke notering het laatste jaarresultaat te berekenen en al die jaarresultaten op te lijsten. Toen ik met die lijsten aan de slag ging, kreeg ik werkelijk nieuwe inzichten op de fondsen. Ik kon het gemiddeld (het mediaan) jaarlijks rendement berekenen. Geen staalharde garantie maar een duidelijk zicht op de prestatie van een fonds. Na verloop van tijd bleek die mediaan ook erg bruikbaar omdat die blijkbaar een vrij stabiel gegeven vormt. De prestaties sluiten in grote mate aan bij dat gemiddelde.
Je dient natuurlijk over voldoende historiek te beschikken om betrouwbare parameters te verkrijgen. Wij nemen aan dat dat er minstens 120 moeten zijn = dat betekent dat het fonds minstens 6 jaar dient te bestaan !
Ik kon ook zien wat de minste prestatie en de beste prestatie ooit was. Zoals men bij de verzekeringen de schadelast tracht te voorspellen, werden de uitersten buiten beschouwing gelaten en evolueerde dit ondertussen tot onze BEAR (percentiel 10) en onze BULL (percentiel 90) zodat je als het ware de vork of de marge krijgt waarin zowat 80% van de resultaten terecht komt.
Aan de schommelingen tussen de opeenvolgende resultaten kan je ook precies afleiden hoe volatiel een fonds is. Na verfijning zijn we dat op onze site de RISK gaan noemen
Je krijgt alzo een massa aan parameters die je toelaten om fondsen en trackers te vergelijken… en je keuze te maken.
Ik kan best geloven dat die hele screeninglijst niet zo erg overzichtelijk is. Door de bomen zie je het bos niet meer. Als je echter bepaalde groepen uitfiltert dan wordt een selectie gemakkelijk: welke volatiliteit laat je toe, welk rendement heb je op het oog en welk fonds uit die groep beantwoordt aan die eisen. Weer geen staalharde garantie maar de tijd van kiezen op goed geluk of louter buikgevoel is voorbij.
Een praktisch voorbeeld:
Ik werk momenteel aan een afzonderlijke screening van een aantal trackers. Het doorslaande argument voor velen om zich tot die groep te beperken, zijn de “lage” beheerskosten. Ik heb al aangetoond dat er een (weliswaar beperkte) reeks actief beheerde fondsen is die die ETF’s met glans verslaat. Blijkt nu ook in die specifieke studie dat de tracker met de hoogste kosten (bijna het dubbele) een identieke tracker met een lagere kostenstructuur grandioos verslaat. Dat toont aan dat die zoektocht naar de laagste kosten zinloos is want een goedkoop brolfonds blijft nu eenmaal een brolfonds.
Maar da’s voor later. Wel een goede reden voor diegenen die nog niet geloven in mijn systeem om toch uit te kijken naar dat artikel tijdens de volgende dagen.
Ik doe mijn hoed af voor al uw werk en berekeningen. Zo te zien het resultaat van jaren verfijnen, maar toch heb ik het moeilijk met de massa aan info. Misschien is het omdat ik het verschil tussen (bijvoorbeeld) al de Mediaanresultaten niet goed begrijp. Ik zocht de uitleg al op, maar ik leg de link (nog) niet. Bestaat er ergens een volledige uitleg over wat de cijfers juist willen zeggen?
LikeLike
Als je het woord “afkortingen” ingeeft in het zoekvakje, dan krijg je de pagina met alle formules/
Iedereen weet onmiddellijk wat het gemiddelde is. De mediaan benadert dat, maar geeft in feite het “kantelmoment: de mediaan geeft de grens aan tussen evenveel resultaten lager en evenveel resultaten hoger. Bij weinig volatiele fondsen is het cijfer voor het gemiddelde en de mediaan dikwijls identiek.
LikeLike
Ik volg uw 2 wekelijkse GOGI-artikel op de voet. Ik maak er gebruik van om fondsen te selecteren en gespreid in te stappen op basis van het GOGI spread en/of GOGI P spread signaal. Soms is het inderdaad geduldig wachten terwijl je zoveel, in de ene of andere richting, op de beurzen ziet gebeuren. Dan helpen uw 2-wekelijks artikels om te weerstaan aan emotionele (re)acties. Bedankt hiervoor.
Ik las dan ook aandachtig dit artikel waar u uw sreeningsysteem uitlegt. Maar één vraag wanneer u aangeeft dat u elke 2 weken de laatste jaarresultaten van de verschillende fondsen gaat berekenen, wat neemt u dan precies in aanmerking? De waarde van het fonds nu en de waarde van het fonds exact een jaar geleden? Of neemt u een andere parameter? Zijn die voor alle fondsen publiekelijk beschikbaar zowel huidig als historisch – ik vraag me af hoe u erin slaagt om al die data 2-wekelijks bij elkaar te krijgen?
LikeLike
Het vraagt wel wat werk maar eigenlijk is het niet zo moeilijk. Je kan ze handmatig invoegen of digitaal ophalen, maar zelfs dan blijft het een opgave.
Je neemt een tabblad in excel: voor elk fonds een kolom en daarin zet je de NIW van een bepaalde datum. Een halve maand later zet je daar de NIW van die datum bij en zo verder. Op een volgend tabblad bereken je na een jaar het eerste jaarrendement ook in kolommen per fonds en zo verder en zo verder. Het wordt een gigantisch databestand.
De historische data vinden is soms moeilijk, maar daar heb ik ook zo mijn systemen.
Om ze beschikbaar te maken in een lijst (zoals bijv de GOGIscore) dien je dan de resultaten van een fonds op één horizontale lijn te brengen.
Hoe langer ik er mee werk, hoe meer ik er op ga betrouwen en als ik op een bepaald moment denk dat ik slimmer ben dan de cijfers, dan blijkt meestal dat ik met mijn kop tegen de muur loop.
Waarom ze mijn cijfers niet over nemen? Ze passen niet in de verkoopsstrategie dat de kassa onophoudelijk moet blijven rinkelen.
En de krantenjongens (met alle respect): die moeten de verkopers te vriend houden voor hun reclame-inkomsten.
Maar ik weet aan de hand van mijn beleggingsresultaten dat mijn systeem werkt. Zelfs nu in deze bizarre momenten.
LikeLike