Binnenkort behandelen we het thema “defensief beleggen anno 2021”. Ter voorbereiding brengen we een stukje theorie over obligaties en obligatiefondsen, als deel van onze cursus over beleggen.
Basisprincipe rente versus koersen
Als de rente stijgt, dalen de koersen van obligatiefondsen
Als de rente daalt, stijgen de koersen van obligatiefondsen
Huh, dat lijkt toch niet logisch, hoor ik je zeggen ? En toch is het zo. Om dit te verklaren, moeten we even terug naar de individuele obligaties.
Stel dat op een dag je een obligatie op 5 jaar aan 2% te koop krijgt aangeboden. Een obligatie van 1000 euro levert dus 5 x 20 euro = 100 euro rente over een periode van 5 jaar.
De dag nadien stijgt de rente naar 3% en kan je een nieuwe obligatie krijgen aan die 3%. Over 5 jaar levert die 5 x 30 euro = 150 euro rente op.
Welke obligatie kies je ? Het antwoord is vanzelfsprekend, nl. die van 3%. Niemand kiest voor 2% als je 3% kan krijgen, een verschil van 50 euro rente in ons voorbeeld.
Hoe krijgt een verkoper van de 2% obligatie deze ooit nog verkocht? Hij zal ze misschien proberen te verkopen met een korting. Stel dat hij de obligatie met waarde 1000 euro verkoopt aan 950 euro?
Voor die prijs zal je wel kandidaten vinden voor de obligatie. Je krijgt immers op het einde van de rit 1000 euro, wat het winstverschil van 50 euro al helemaal goed maakt. Bovendien is het jaarlijks rendement ook wat hoger, want 20/950= 2,1%.
Conclusie: De prijs van obligaties op de secundaire markt is een zaak van vraag en aanbod. Als de rente stijgt, zal de verkoper van een oude obligatie zijn prijs moeten laten zakken, om die nog verkocht te krijgen. Obligatiefondsen moeten die koersdalingen ook doorrekenen in hun koers en dus ook dalen.
Rentegevoeligheid
De mate waarin obligatiefondsen stijgen of dalen bij een verandering van de rente, heet de rentegevoeligheid. Die rentegevoeligheid is o.a. afhankelijk van de gemiddelde looptijd van de obligaties in het fonds. De rentegevoeligheid wordt uitgedrukt in een getal, de duration van een fonds. Ik ga jullie niet vermoeien met de details hoe dit getal wordt berekend, maar je vindt het terug op de portefeuille tab van een fonds, zoals in dit voorbeeld. Lage getallen duiden op een lage rentegevoeligheid.
Je zal dit getal niet bij ieder fonds terugvinden. Een andere indicatie van de rentegevoeligheid vind je terug in de Morningstar Style Box op dezelfde pagina, met een indicatie van laag, middel en hoog.
Wat kan je daar nu mee doen ?
Als de rente laag staat, dan zal bij een stijgende rente de koers van obligatiefondsen dalen. Met een fonds met een lage duration zal je hier minder last van hebben. Als de rente hoog staat ben je best af met een fonds met een hoge duration. Bij een dalende rente, zal de stijging van het fonds immers veel sterker zijn.
Flexibele fondsen passen de duration van hun fonds op het juiste moment aan, zodat je je daar geen zorgen moet om maken.
Instinker: Sinds 2007-2008 zijn de rentes in de Westerse wereld gezakt naar een historisch laag niveau. Vooral fondsen met een hoge duration hebben hierdoor de grootste koersstijgingen gekend. Wie zijn fondsselecties baseert op rendementen uit het verleden, zal vooral bij die fondsen belanden. Terwijl net die het meest zullen dalen als de rente terug stijgt. Wanneer dit zal gebeuren, weet echter niemand.
Kredietkwaliteit
De koersen van obligaties kunnen ook dalen indien de kredietwaardigheid van de uitgevende bedrijven daalt. Op de portefeuille tab, zien we een verdeling naar kredietkwaliteit, gaande van AAA(uitstekend), over BBB (aanvaardbaar) tot B (zeer twijfelachtig) en nog lager.
In momenten van crisis zullen portefeuilles met een lage kredietkwaliteit ook getroffen worden door een daling, die helemaal los staat van een rentestijging.
Carl De Ridder (@Robokat_MK)
Beste C. De Ridder .. Dit is een nuttige toelichting over de waarde en het beheer van obligaties. Bedankt ervoor !
LikeLike
Kan je even dieper ingaan op de verschillende rentes.
En ook op de rol van duration in dit verhaal.
LikeLike