Zo doe ik het

Wegens de vele vragen over het verkopen van fondsen heb ik dat onderdeel in kleur aangevuld. Zie verder.

Naar aanleiding van een reactie op het artikel “Sneuvelende heilige huisjes… het momentum” heb ik aan een lezer beloofd hoe ik een shortlist van fondsen voor mezelf samenstel.

Of die manier ook voor jou toepasbaar is, dat kan ik niet weten. Waarschijnlijk zullen er ook nog andere goede manieren zijn om een persoonlijke shortlist samen te stellen want er zijn inderdaad meerdere wegen die naar Rome leiden.

Vooral beleggers die hun effectenportefeuille van nabij opvolgen, kunnen een totaal andere strategie volgen dan iemand die kiest voor buy and hold. Probeer echter wel het aantal transacties tot een minimum te herleiden, want vele orders leveren vele kosten.

Alhoewel ik over een gewaarborgd inkomen (pensioen) beschik, hou ik toch een liquide cashreserve aan op een spaarboekje. Ik wil immers vermijden dat ik op een moeilijk moment plotseling fondsen dien te verkopen om bepaalde uitgaven te betalen.

Hoe maak ik mijn shortlist ?

Ik vertrek met de cijfers uit mijn screening. Diegenen die al eens de moeite gedaan hebben om twee opeenvolgende screenings te vergelijken, die zullen gezien hebben dat die vrij stabiele resultaten leveren. Je hoeft alzo niet elk kwartaal (als ze gepubliceerd worden) opnieuw te beginnen.

Om in aanmerking te komen, moeten de fondsen minstens 6 jaar bestaan om er zeker van te zijn dat ik over voldoende berekeningen kan beschikken om de Med1L120 te kunnen berekenen. Hypes of trends zijn aan mij niet besteed. Aan de hand van die kolom bepaal ik welke minimale drempel een fonds moet halen om in aanmerking te komen. Die drempel is bij mij vrij hoog: de defensieve beleggers en zij die allergisch zijn aan volatiliteit zou ik aanraden om niet alleen de best presterende uit te filteren. Daar mijn selectiecriteria vrij hoog is vastgelegd, bekom ik een lijst die vrij “behapbaar” is. Ben je snel tevreden en leg je de minimumdrempel laag dan wordt het een vrij lange (en onoverzichtelijke) lijst, tenzij je de meest volatiele fondsen sowieso schrapt.

Ik selecteer fondsen waarvan de mediaan voldoende hoog is en ik kijk nooit naar mijn zogezegd beleggingsprofiel. Ik begrijp immers waarom er ergens in een doctoraatsthesis over beleggingsprofielen vermeld wordt dat het bepalen van zo’n profiel asociaal is: iemand met weinig geld en weinig kennis, zal immers altijd fondsen voorgeschoteld krijgen die weinig of geen rendement opleveren. In de thesis wordt er schamper opgemerkt, dat zulke mensen arm moeten blijven.

Waarom een hoge mediaan ? Diegenen die de moeite doen om de zaken op te volgen, zullen al gemerkt hebben dat de prestaties van de fondsen, hoe volatiel ze ook kunnen zijn, meestal terugkeren naar hun gemiddelde prestatie

In de bekomen lijst worden dan alle fondsen geschrapt waarbij PERC1 ’10 lager is dan 75%.

Men kan kijken naar de Risk-factor en vooral bij de keuze uit soortgelijke fondsen diegene met de hoogste RISK schrappen. Als ik fondsen met een soortgelijk onderliggende dien te kiezen, dan helpt de MijnPortefeuille Quality-indicator (MP Q) me daarbij. Is er voldoende verschil in onderliggende of beleggingsstrategie dan durf ik spreiden over twee fondsen.

Bij het selecteren wordt er ook gekeken naar de verschillen tussen Med1L120, de Med1L60 en zelfs de Med1L36. Vooral als die laatsten veel lager uitvallen, komen die fondsen op de niet-prioritaire lijst (de wachtkamer). Ik kan begrijpen dat er een aantal lezers vragen naar de rendementen van de laatste 3 maanden (bij de Gogi) maar ik zou toch erg voorzichtig zijn om die cijfers te gebruiken. De kans is immers vrij groot dat je daarmee in een hype terecht komt: misschien minder erg voor iemand die kort op de bal speelt. Maar daar moet je ook de tijd voor hebben en de inspanning willen en kunnen leveren.

Wanneer koop ik aan ?

Enkel als de GOGI P (of voorheen de GOGI Invers) een SPREAD geeft voor het fonds op de shortlist. Ik heb inderdaad het geduld om te wachten op het goede moment en heb sinds februari-maart 2020 geen enkel aankooporder meer ingegeven.

Dat maakt dat zowat alle fondsen op mijn effectenrekeningen op dit ogenblik met een fikse meerwaarde noteren. Er mag alzo al een flinke crash passeren vooraleer er een fonds in de rode cijfers zou duiken. Door deze manier van werken is het ook al lang geleden dat ik nog een fonds in bezit had met verliescijfers. Ik maak ook op die manier de hausse over de hele lengte mee en verzeker me alzo van een vrij mooi langjarig gemiddeld rendement.

Daar ik al meer dan 20 jaar beleg heb ik uit die tijd nog wat obligatiefondsen (herinner je die Tak21 van Axa nog met een levenslange garantie van 4,75% netto ?) in bezit. Aankopen of bij-aankopen doe ik die momenteel niet meer (de Med1L60 en Med1L36 zijn te laag) en ik laat me ook niet opjagen door vragen om mijn beleggingsprofiel te bepalen.

Wanneer ga ik verkopen ?

Voor mezelf heb ik bepaald dat 1 fonds nooit meer dan 10% van het geheel mag uitmaken. Eerlijk gezegd heb ik voor die bepaling nog nooit een stukje moeten verkopen.

Daar ik alleen aankopen uitvoer als de GOGI P een Spread geeft, ben ik tot de vaststelling gekomen dat er geen enkele lijn in mijn portefeuille bij een crash in ’t rood belandt. Ze hebben voldoende meerwaarde kunnen opbouwen om positief te blijven.

Ik verkoop geen fondsen omdat die veel meerwaarde hebben opgeleverd. Een studie van William De Vijlder (Chief economist groep BNP Paribas en docent economie aan de universiteit van Gent) geeft aan dat ietsje te vroeg uitstappen en iets te laat herinstappen (niemand weet het uiterste punt) je algauw zo’n 30% meerwaarde kan kosten. Ik blijf dus “in de markt” en pak de volledige meerwaarde en ook de volledige hausse mee.

De uitspraak van Andrew Clare, professor vermogensbeheer aan de universiteit van Londen, van deze week in het fondsenkatern van de Tijd gaat in dezelfde richting: “het is onbegrijpelijk dat beleggers zo lang vasthouden aan slechte fondsen...” De performante worden snel verkocht, diegene die terplaatse trappelen (of zelfs nog minder) worden behouden.

Voorbeelden: tijdens de dotcomcrisis (2000 – 2003 ) kwamen de technofondsen in het verdomhoekje. Welke fondsen halen momenteel de hoogste meerwaarde ? In 2008 kwam de bankencrisis en werden de bankaandelen als te mijden aangeduid. De fondsen die deze crisis het snelst verteerd hadden, waren de fondsen die vrijwel onmiddellijk die “verdomde” banken weer opgepikt hadden.

Het feit dat een fonds een lager gemiddeld rendement toont dan 5% is voor mij een alarmsignaal. Zijn de Med1L60 en Med1L36 negatief dan zijn dat knipperlichten. Anders wordt er opgevolgd en gewacht.

Een gemiddeld jaarlijks rendement van minder dan 4 % betekent quasi altijd een verkoopsorder. Maar…

Wanneer verkoop ik nu juist ? Ik werk altijd met een cashbuffer voor onvoorziene omstandigheden of opportuniteiten. Enkel als die buffer te minimaal wordt, en ik durf die aanspreken als de GOGI P het signaal geeft, dan ga ik kijken welke fondsen er in aanmerking komen om te verkopen om die buffer aan te vullen. Een fonds met een jaarlijks rendement van 2 of 3% geeft immers nog altijd meer dan 10 maal het rendement van een spaarboekje. Verkopen om heel veel cash bij mekaar te krijgen, heeft immers weinig zin. Een sterke groeier verkoper om wat dan ook in de plaats te kopen, is eerder een extra risico…

Om af te sluiten:

Dit is mijn manier en ik voel me daar goed bij. Dat is vooral en voor iedereen erg belangrijk.

Is dit de enige en de goede manier om te beleggen: zeker weten van niet. Ieders stijl is anders en voor iedereen zullen er andere drempels en cijfers belangrijk zijn.

Ik huldig het principe dat Haast en spoed zelden goed is.

Ik hoop dat mijn werkwijze begrijpbaar is.

Toch nog vragen ? Schiet maar los….

Categorieën:

5 Comments

  1. Ben je eventueel bereid jouw systeem eens te komen toelichten bij onze beleggersclub (VFB Brugge)? Als dat zo zou zijn, vraag ik de verantwoordelijke dat jij jou eens contacteert. Mvg,

    Like

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.